Brussel is een stad van straatrakkers – ketjes – en sommigen zijn tot de mythe gaan behoren. Kijk naar Quick & Flupke, onverbeterlijk en hoogst inventief in de kunst van het kattenkwaad. Wie hen tot voorbeeld wil nemen, kan hun fresco in de Marollen opzoeken: ze metsen er een muur, maar stoten een volle kuip mortel om. Liefst valt die vlakaf op het hoofd van de wijkagent. Als de minder welopgevoede neefjes van Kuifje (van dezelfde Hergé), maken ze van strook tot strook de straat onveilig.
Er is ook Guust Flater, een tikje ouder maar even deugenieterig uit het raam hangend met z’n jojo, die ‘toevallig’ landt op het hoofd van de burgerman. Plok! Behalve een lieve voyou is Guust een dichter, niet van het soort dat verzen schrijft, maar een dichter van het leven, ín het leven. Guust bezit voor eeuwig het kinderlijke vermogen om de poëzie die in het meest banale schuilt, aan het licht te brengen. En hij laat anderen hiervan genieten. Wat voegt tekenaar Franquin toe aan z’n briljante geesteskind? Een even briljante, inventieve tekenstijl, zinderend van leven. En een immens humanisme.

Deze scènes kan je tegenkomen op straat, net als afbeeldingen van de hedendaagse rakkers Titeuf, De Kleine Robbe en Dokus de Leerling. Een zestigtal stripfresco’s sieren blinde gevels in Brussel-Stad en Laken. Deze strips zijn niet altijd recent, maar ze ademen nog steeds een Brusselse sfeer, zoals in De Jonge Albert van Chaland, Robbedoes (Fraquin / Yoann), Guus Slim (Gil Jourdan), De Hemel boven Brussel van Yslaire, Brüsel van Schuiten en Peeters. Daarnaast is er het kosmopolitisme in de spannende, mysterieuze avonturen van Blake & Mortimer (Edgar P. Jacobs).
Hier kwam onlangs Yasmina bij, van Wauter Mannaert, die de stad verblijdt met haar kookkunsten. Gedreven door een groot ecologisch inzicht en een ongebreidelde levenslust, strijdt ze tegen la malbouffe en tovert ze ongerijmde maar overheerlijke gerechten op tafel.
Haar leeftijdsgenote Tamara worstelt met wat anders – de groeipijnen van een tiener. Maar Darasse, Bosse & Zidrou omzwachtelen het tienerverdriet in zulke liefdevolle en grappige gags, dat vooral de glimlach overblijft.
Hadden we het over schavuiten? Bij de meisjes spant Astrid IJskoud (Fabrice Parme) de kroon: rotverwend, koppig als de pest, doch soms een klein hartje, maar vooral begiftigd met een onweerstaanbaar scherp gevoel voor humor. Dat Brussel nog geen muur heeft voorzien voor Astrid is een kleine aberratie: die komt haar toe en eist ze zelf wel op, indien nodig!
Verder van huis leven de cowboys. De fiere Lucky Luke schiet nog steeds sneller dan zijn schaduw, vanaf z’n schuilplaats in de Washuisstraat, en Jouvray heeft een hele saloon bedacht voor de Paleizenstraat. Z’n Lincoln is een antiheld die zich weliswaar telkens diep en tragikomisch in de nesten werkt, maar wel z’n deel van de wereld gezien zal hebben: van de Far West tot de Mexicaanse Revolutie.

Maar de grootste reiziger blijft Corto Maltese, de vrijbuiter die dankzij Hugo Pratt de verste uithoeken van onze wereld verkend heeft, en de geschiedenis van de vroege twintigste eeuw van nabij meemaakte. Op de Ruimingskaai zit-ie te dromen van een nakend vertrek, geroepen door een zwerm meeuwen, sierlijk getekend in Pratts beroemde klare lijn. Ook Robbedoes en Mickey Mouse keren in hedendaagse strips (diverse auteurs) terug naar belangrijke momenten uit de vorige eeuw, bijvoorbeeld de Tweede Wereldoorlog.
Stof om bij weg te dromen dus, en om hartelijk te lachen!
In dit stuk werden strips besproken die door leerlingen uit het lager en middelbaar onderwijs gelezen kunnen worden. Vaak strips die ons op verschillende leeftijden anders kunnen aanspreken. Een overzicht van de Brusselse stripmuren vind je hier: https://www.brussel.be/striproute .